Nederland heeft besloten om nieuwe militairen naar Irak te sturen. Het betreft een infanteriecompagnie met ondersteuning van in totaal 145 militairen. Het zou gaan om een bijdrage aan de NAVO missie “Force Protection” in dat land.
Defensie:”Met de inzet van militairen binnen de NAVO-missie Irak, bij Operation Inherent Resolve en het Ministry of Peshmerga Affairs levert Nederland een bijdrage aan de professionalisering van de Iraakse veiligheidssector. Daarnaast draagt Nederland via EUAM bij aan het hervormen van de civiele aspecten van de Iraakse veiligheidssector.”
Het besluit om een nieuwe lichting militairen te sturen, is genomen door de oud ministers Hoekstra (Buitenlandse Zaken), Ollongren (Defensie), Schreinemacher (Ontwikkelingssamenwerking) en Yeşilgöz (Justitie en Veiligheid).
“Als Irak stabiel en veilig is, is dat in het belang van Europa en dus ook van Nederland”, melden de bewindspersonen aan de Tweede Kamer. “Irak ligt in een zeer instabiele regio aan de grens met Europa. Verdere instabiliteit kan leiden tot een hernieuwd conflict, migratiestromen en een mogelijke heropleving van de terroristische dreiging.”
Achtergrond:
De multinationale troepenmacht in Irak (The Coalition of the Willing genoemd) was een coalitie van strijdkrachten die in 2003 onder leiding van de Verenigde Staten (VS) een militaire invasie uitvoerde tegen het Iraakse regime onder Saddam Hoessein (de Irakoorlog) en zich daar sindsdien in wisselende samenstellingen heeft gevestigd.
De belangrijkste tegenstanders van de invasie waren Frankrijk, Duitsland, Rusland en China die dan ook niet meededen. Ook de meeste Arabische landen waren tegen de invasie, met uitzondering van Koeweit en Qatar. Er was ook veel kritiek onder burgers op de Irak oorlog, met name omdat Saddam Hoessein door de toenmalige regering van de Verenigde Staten beschuldigd werd van betrokkenheid bij de terroristische aanvallen op de World Trade Centers in 2001. Daar is nooit bewijs voor geleverd, toch werd het gebruikt om steun voor de invasie te krijgen.
Het doel van de coalitie was naar eigen zeggen het ten val brengen van het regime van Saddam Hoessein, dat de Iraakse bevolking zou onderdrukken, het internationale terrorisme (in het speciaal de groep “Al Qaida”) zou ondersteunen en massavernietigingswapens zou hebben ontwikkeld, bezitten en hebben ingezet. Tot op heden zijn dergelijke wapens niet gevonden, noch is een verband met Al Qaida aangetoond.
Volgens historici maakte Saddam Hoessein twee “enorme en significante” strategische “fouten” om het op Amerikaanse dollars gebaseerde wereldwijde oliehandelssysteem en de Amerikaanse petroleumreuzen uit te dagen, wat Washington ertoe aanzette het energierijke Irak binnen te vallen. De eerste fout die Saddam maakte, was toen hij in oktober 2000 besloot af te stappen van het gebruik van Amerikaanse dollars als munteenheid voor olie-export, zoals toegestaan onder het ‘olie-voor-voedsel’-programma van de VN, schrijft de voormalige Indiase ambassadeur in Irak, Ranjit Singh Kalha. Saddam Hoessein heeft ook het Irakese reservefonds van 10 miljard dollar omgezet van Amerikaanse dollars in euro’s. “Hoewel deze daad van Saddam in het algemeen niet van zeer grote economische betekenis was, vormde het voor de Verenigde Staten een directe uitdaging voor het gebruik van de dollar als valuta voor transacties”, zei hij in zijn boek “De Ultieme prijs”.
Iran volgde de zet van Saddam en Venezuela begon ruilovereenkomsten te sluiten buiten het dollarsysteem om. “Als de meeste andere OPEC landen het Iraakse en Iraanse voorbeeld zouden volgen, zou de stabiliteit van de Amerikaanse dollar op het spel staan”, zegt Kalha, die tijdens de tumultueuze periode 1992-1994 in Bagdad was gedetacheerd. Saddams tweede strategische fout was toen hij besloot om oliecontracten te gaan geven aan niet-Amerikaanse oliemaatschappijen. “Dit was te veel voor de VS”, zei Kalha, erop wijzend dat Washington de uitdaging van Saddam krachtig moest aangaan, aangezien hij “op de op een na grootste oliereserves ter wereld zat”.
De invasie in Irak werd oorspronkelijk uitgevoerd door vier landen: de Verenigde Staten (250.000 troepen), het Verenigd Koninkrijk (45.000), Australië (2000) en Polen (194). Na de val van Saddam Hoessein hebben 35 andere landen alsnog militairen geleverd voor de door de VS geleide troepenmacht, die eerst als bezettingsmacht fungeerde en nu, inmiddels op grond van een VN-resolutie, de nieuwe “Iraakse regering” militair ondersteunt.
De Nederlandse ministerraad ging ervolgens op 6 mei 2003 akkoord met de inzet van een versterkt mariniersbataljon in Irak, in de provincie Al-Muthanna in het Britse divisievak. Dit bataljon bestond uit 3 infanteriecompagnieën en een staf- en verzorgingscompagnie. Het bataljon werd versterkt met een geniecompagnie, een helikopterdetachement, een National Support Element en een veldhospitaal.
Het Nederlandse bataljon nam op 1 augustus 2003 het commando over van de Amerikaanse voorgangers en vestigde zich op 3 locaties in het toegewezen gebied. De duur van de Nederlandse missie in Irak was van 1 augustus 2003 – 7 maart 2005. Het aantal Nederlandse militairen bedroeg 7.702. Er zijn tijdens de missie 2 Nederlandse militairen ongekomen.
About Author