
Vissers moeten op de Noordzee wijken voor de uitrol van mogelijk 30 duizend windmolens voor 2050, in combinatie met de sluiting van nog eens 30% van hun visgebied. Dit komt mede dankzij Rob Jetten’s klimaatmiljarden voor de ‘groene’ waterstofproductie van grote energie-multinationals.
Garnalenvisser Dirk Koster legt in de video uit dat er ook in de garnalenvisserij flinke maatregelen worden getroffen vanuit de overheid. De Nederlandse beroeps-en sportvissers moeten zich aan de regelgeving houden. Zo wordt overbevissing voorkomen en blijven de visbestanden gezond, stelt de Rijksoverheid in hun Nederlands visserijbeleid.
Naast de maatregelen vanuit de overheid om de visserij te ontmoedigen stelt visser Dirk dat door het bouwen van windmolens in zee de visstand achteruit is gegaan. Het bouwen heeft een enorme impact op de dieren in de zee, denk bijvoorbeeld aan de trillingen bij het heien. Waar windmolens zijn, kunnen vissers ook niet meer vissen. Hij en zijn collega’s vangen veel minder vis en de kotterijvisserij draait zware verliezen.
Natuurorganisaties stellen nu dat garnalenvisserij impact heeft op de bodemgesteldheid van de zee en het effect ervan op de visstand door de manier van vissen (gebruik van omwoelen van de zeebodem). Echter Koster stelt dus dat het bouwen van windmolens vele malen meer impact heeft dan de visserij. “Daar vallen wij totaal bij in het niet, dat stelt niks voor. Onze impact is nihil.” zegt hij. De overheid is de komende jaren van plan om op de Noordzee nog meer windmolens te gaan plaatsen, met daardoor steeds minder visgebieden en dat betekent voor de visserij einde verhaal…
Het staat ook wel bekend als het project “Hollandse Kust 1” van Shell en Eneco. Laatstgenoemde bedrijf is de energiepartner van het Wereld Natuur Fonds. Eneco exploiteert ook al 19 windturbines in de Waddenzee bij Delfzijl.
Koster vindt dat er onderzoek moet komen over de impact van het bouwen van windmolens op het land- en zeeleven. Hij vraagt zich af of mensen beseffen wat de impact zal zijn over een aantal jaren. “Het is niet 1 windmolen, maar honderden,” zegt Koster. Ook legt hij uit wat het effect is op de vogelstand, want jaarlijks sterven vele vogels door windmolens. Omroep Flevoland schreef op 10 december jl. dat Windpark Noordoostpolder jaarlijks duizend vogels uit de lucht slaat. En bij windmolenpark Eemshaven moeten de wieken van windmolens soms worden stopgezet om het aantal dode vogels te verminderen. Er wordt hierop al 35 jaar onderzoek gedaan en de bezorgdheid is groot. Ook de Vogelbescherming geeft aan dat windmolens voor sommige vogelsoorten een bedreiging zijn.
Achtergrond:
Doordat de Noordzeevisserij en daarmee ook de bedrijven op land onder druk staan, zal de bedrijvigheid op land gespecialiseerd in Noordzeevis verminderen. Er zal echter meer verdwijnen dan alleen omzet en werkgelegenheid. De grootste zorgen zijn volgens de bedrijven niet in euro’s of werkgelegenheidscijfers uit te drukken.
Enkele voorbeelden zijn:
- Het verliezen van personeel en daarmee de moeilijk vervangbare specialistische vakkennis. Denk aan vakkennis zoals over het fileren en verhandelen van Noordzeevis, het bouwen van technische installaties en het uitvoeren van onderhoud aan boord van kotters.
- De verslechterde internationale concurrentiepositie door het wegvallen van verse Noordzeevis. Geimporteerde kweekvis of bevroren wild gevangen vis is bijna overal ter wereld te verwerken. Nederland zal sneller uitwisselbaar worden voor andere landen met lagere loonkosten of minder transportafstand. Verse Noordzeevis daartegen is niet overal te verwerken en vereist specifieke kennis
- Het verlies van de identiteit van visserijregio’s door de afwezigheid van bedrijvigheid in de haven maar ook door het kleiner worden van het viscluster.
- Gevoelens van onzekerheid over de toekomst onder bedrijven in het viscluster. Langjarige bedrijfsplannen of investeringen in innovaties blijven door deze onzekerheid uit.
Van de zes visserijregio’s zijn de visclusters die afhankelijk zijn van de Noordzeevisserij met grotere (platvis)kotters, momenteel het meest kwetsbaar in sociaaleconomisch opzicht. Dit zijn de visserijregio’s IJmuiden, Urk, Kop van Noord-Holland en Zuidwest-Nederland.
Dit zijn de zes visserijregio’s weergegeven op de kaart van Nederland (Quijrijns et al, 2019). De zwarte stippen zijn visserijdorpen.
Het gaat om 346 bedrijven met 6,6 miljard euro omzet en 13.550 werknemers in 2021:
In 2021 telde Nederland maarliefst 346 bedrijven op land die afhankelijk zijn van de Noordzeevisserij. Ze zijn actief in de visverwerkende keten of de toeleverende industrie en worden het viscluster genoemd. De totale omzet van het Nederlandse viscluster was 6,6 miljard euro met 13.550 werkzame personen. Het gaat hier om bedrijven zoals visafslagen, visverwerking en handel, transport maar ook technische toeleveranciers zoals scheepsbouwers. Van de 346 bedrijven waren er 314 voor meer dan 5% van de omzet in 2021 afhankelijk van de Noordzeevisserij. De afhankelijkheid verschilt sterk per bedrijf, maar gemiddeld was 40-50% van de omzet voor de 314 bedrijven direct toe te rekenen aan Noordzeevisserij. De totale omzet van het Noordzeevisserij viscluster was daarmee afgerond 2,9 miljard euro in 2021.
Voor Nederlandse garnalenvissers is het nu extra zuur. De 2.000 hectare grote Tweede Maasvlakte (waar Shell haar “groene” droom realiseert) is door Boskalis in een visserijgebied drooggelegd met zand dat uit de Noordzeebodem is afgegraven tot een volume van 70 Feijenoord-stadions. Vissers vragen zich nu af waarom dat niet ‘bodemverstoring’ werd genoemd. Volgens het ‘passende oordeel’ van de overheid en het Havenbedrijf Rotterdam zou deze ingreep echter wel mogelijk zijn, mits elders ‘natuur’ wordt aangewonnen.
Wil jij de vissers steunen? Dat kan hier bij The Foundation for the Conservation of Fisheries in the Netherlands (STBVN).
Bronnen:
About Author